20 juli 2018 | Het Japanse kamerscherm, over kimono’s en Hollanders op Deshima
door Corine Wanschers op 20 jul 2018, 08:47Met glimmende ogen van pret zet een collega een grote verhuisdoos naast mijn bureau: ’dit lijkt me echt iets voor jou om uit te zoeken.’ Uit de doos diep ik Japanse stoffen op, zo’n 29 kilo in totaal en een feest voor het oog. Naast katoenen stoffen die volledig bedekt zijn met kleine patronen en die gebruikt worden voor ongevoerde huis- en zomerkimono’s kom ik prachtige zijden stoffen tegen voor formele kimono’s. Ook zitten er een paar obi’s bij, stroken van ruim 2 meter lang en circa 30 centimeter breed die als een brede ceintuur over de kimono worden gewikkeld.
Net als in de Japanse schilderkunst vinden we op kimonostoffen vaak motieven die met de seizoenen te maken hebben. Roze kersenbloesem staat symbool voor de lente, witte wisteria hoort bij de vroege zomer. Bij de herfst past het esdoornblad in goudgeel of oranjerood, bamboeblad zien we op winterkimono’s. Andere symbolen zijn chrysanten en kraanvogels, beeldtaal voor ‘lang leven’. Dennenbomen en bamboestengels staan voor standvastigheid.
Kimono’s zijn er in ongevoerde en gevoerde uitvoeringen maar altijd worden ze gemaakt van rechthoekige stukken stof die zonder noemenswaardig patroonknipwerk aan elkaar worden gezet. De breedte van deze stoffen is standaard 36 à 37 cm. Het model van een kimono is voor mannen en vrouwen gelijk; de drager of draagster vouwt eventueel plooien in de stof om de breedte aan te passen of sjort de kimono op naar gelang zijn of haar lengte. Katoenen banden worden gebruikt om de kimono vervolgens in het gewenste model te houden. Soms zijn kimono’s kort, als een jasje, soms zijn ze extra lang aan de achterzijde en verzwaard zodat ze op een elegante manier achter de draagster over de grond slepen.
Werklieden in Japanse kimonojasjes
Ook Japanse werkmansjasjes worden gemaakt volgens het model van kimono’s, alleen zijn ze om praktische redenen kort en is de publicitaire aandacht voor deze kledingstukken beperkt. Een opmerkelijk voorbeeld waarop deze werkmansjasjes wel te zien zijn is op dit Japanse kamerscherm waar sjorders de voorraden van een majestueuze, volledig getuigde Hollandse driemaster overvaren naar de wal. De jasjes zijn zonder uitzondering blauw van kleur; eronder wordt een lendendoek gedragen, benen en voeten zijn onbedekt. De tegenstelling tussen de kleding van de Japanse werklieden en de Hollandse scheepslui is groot. De Japanse schilder van het kamerscherm heeft de Hollanders afgebeeld in hooggesloten jasjes in allerlei kleuren met een witte plooikraag en een kniebroek met kousen.
Nog groter is de tegenstelling wanneer we kijken naar de kleding van de Hollandse dames en heren op de goudkleurige zandstrand. Zij gaan, wat je noemt, in vol ornaat. In de ogen van de Japanse schilder zijn de Noorderlingen gelijk aan elkaar: de gezichten meestal en profil en de haardracht -van mannen én vrouwen- vrijwel uitwisselbaar. Enkele mannen hebben een kale kruin of dragen een hoed maar verder is de haardracht uniform geelbruin en glad met gekunstelde krullen op de schouders. Het onderscheid tussen de mannen en de vrouwen wordt dus vooral bepaald door de kleding. Van stofuitdrukking in de kleding is geen sprake; we kunnen niet zien of het zijde, wol of linnen is. Wel zijn er allerlei motieven op de stoffen aangebracht: stippen, cirkels, ruitjes en strepen.
Lappen stof zijn ook gebruikt om de scheepslading te verpakken. Zowel op de grote driemaster als op de kleine bootjes rechts nabij de achtersteven vinden we grote balen in, wat lijkt op ongebleekt katoen of hennep en in katoentjes met eenvoudige, cirkelvormige patronen.
Hollanders op Deshima
Het goudkleurige zandstrand moet zich overigens vrijwel zeker op Deshima bevinden, het kunstmatige eilandje bij de huidige havenstad Nagasaki. Hier was vanaf 1641 tot en met 1859 een Nederlandse handelspost gevestigd, het enige directe contactpunt tussen de westerse wereld en Japan. Op historische prenten van Deshima is te zien dat aan de linkerkant op dit eilandje pijnbomen groeien zoals ook hier op het kamerscherm. Het Japanse vierslagsscherm dateert uit de eerste helft van de 19e eeuw en meet 88 x 160 cm, ongeveer 4,5 banen kimonostof naast elkaar.
Het kamerscherm wordt geveild bij het Venduehuis in Den Haag in november 2018; het onderzoek naar de Japanse stoffen loopt nog.
Philomeen van ’t Hooft
Venduehuis der Notarissen Den Haag