29 oktober 2018 | Overpeinzingen bij een droogmolen, over het werk van Gé-Karel van der Sterren

Wanneer je een droogmolen met wasgoed in gedachten neemt, volgt in de beeldvorming bijna automatisch het briesje waarmee het textiel opwaait. En wanneer de zon schijnt komt daar ook het spel bij van hel verlichte en diep beschaduwde vlakken. Droogmolens staan meestal in achtertuinen, maar lange waslijnen zien we niet meer zo vaak als beeldelementen in het Nederlandse landschap. Iedereen maakt gebruik van een wasdroger. Ook op het platteland zijn de meterslange waslijnen die halverwege gestut worden door een gevorkte houten waslijnpaal verdwenen. Geen tien fris gewassen blauwe overalls op rij of opbollende witte lakens. Laat staan wollen Jaeger ondergoed dat in de winter stijfbevroren van de lijn werd gehaald. Oudere lezers zullen zich die roomwitte hansoppen nog wel herinneren.

De wind rukt aan het textiel

Bij Gé-Karel van der Sterren (1969) is er geen sprake van een vrolijk briesje rond zijn droogmolen. In zijn schilderij rukt de wind aan het textiel, dat ieder moment van de drooglijn kan stormen. Hoe lang hangt het er eigenlijk al? De randen lijken gerafeld. Eén weefsel ligt op de grond; het is inmiddels weer vuil en gevlekt. Het lijkt erop dat ook de droogmolen het zwaar te verduren heeft en in het rond draait. De nietsontziende windkracht wordt visueel versterkt door de cirkelvormige beeldelementen in groen en roomwit op de achtergrond. De toegepaste kleuren, vrolijk en helder, staan in scherp contrast met de dreigende sfeer die van de voorstelling uit gaat. En ook de penseelvoering is contrastrijk: naast platte en afgewogen verfstreken zijn er pasteus geschilderde delen in grote gebaren. De waslijnen liggen dik en plastisch op het doek, als opengeknipte aderen. En het werk eindigt niet bij de rand van het doek, de voorstelling gaat door op de zijkanten van het linnen langs spieraam. Net als de wind laat de voorstelling zich door niets beperken.

 

Verontrustend en apocalyptisch

Wie naar andere werken van Van der Sterren kijkt, ziet vooral beelden van vervallen gebouwen, staketsels van broeikassen zonder ramen, gescheurd en gerafeld textiel, mannen in witte pakken, verbogen metalen vormen, plastic schermen die een deel van de voorstelling aan het oog onttrekken, een vrouw die een man voortduwt in een rolstoel. Ondanks Van der Sterrens uitbundige kleurgebruik roepen de voorstellingen onheil op. Van der Sterren schildert geen esthetische of romantische voorstellingen; hij toont de andere kant van Nederland, de teloorgang, de afbraak, de overtolligheid. Hij reageert daarmee – al jaren – op wat zich in de maatschappij afspeelt en doet dat bij voorkeur op groot formaat.

In 1999 won Gé-Karel van der Sterren de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst en in datzelfde jaar ook de Prix de Rome. In 2007 won hij de Jeanne Oosting Prijs voor schilderkunst. Die prijs, die eigenlijk een dubbele prijs is, werd in het leven geroepen door beeldend kunstenaar Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994) en wordt jaarlijks toegekend aan een schilder en aan een aquarellist. Het is een prijs van kunstenaars aan excellerende collega-kunstenaars. De jury bestaat uit drie kunstenaars. Ik citeer van de site van de Jeanne Oosting Stichting: ‘De Jeanne Oosting Prijzen worden jaarlijks toegekend als waardering voor individuele artistieke kwaliteit binnen de figuratieve kunst’. En over Gé-Karel van der Sterren: ‘Het wereldbeeld in de figuratie van Gé-Karel van der Sterren is bepaald niet optimistisch te noemen, eerder verontrustend en apocalyptisch. De ramp heeft zich net voltrokken of staat te gebeuren.’   

Geen Nederlandse kunstenaar bij wie onheil al zoveel jaar een rol speelt in zijn hele oeuvre.  De abstracte elementen binnen de overwegend figuratieve voorstellingen van Van der Sterren sluiten daar bij aan.

Post-War & Contemporay Art and Design veiling 31 oktober 2018, kavelnummer 253

Philomeen van ’t Hooft
Venduehuis der Notarissen Den Haag

Gé-Karel van der Sterren (1969)
Gesigneerd, gedateerd en genummerd GÉ-KAREL VAN DER STERREN – 2007- NR 25-6’ (on the reserve)
Olieverf en acryl op doek, zonder lijst, 50 x 60 cm, richtprijs 500-800 euro

 

 

 

Terug naar het nieuwsoverzicht